, [], Whether sufficient reason can be assigned for the ceremonies pertaining to holy things?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult ook niet [32]met trappen tot Mijn altaar opklimmen, [33]opdat uw schaamte [34]voor hetzelve niet ontdekt worde. 32. Nochtans was dit altaar drie ellen hoog, hfdst.27 vs.1, en Salomo's altaar was tien ellen hoog, 2 Kron.4:1, daaraan waren geen trappen om op te klimmen, maar de aarde was alzo opgehoogd, dat de priester allengskens als op een heuvel opwaarts klom, om tot voor het altaar te komen, en door een ieder gezien te worden. 33. Naderhand heeft God verordineerd dat de priesters linnen onderbroeken dragen zouden, hfdst.28 vs.42,43. 34. Te weten, voor het altaar.